Perifeer infuus inbrengen

Perifeer infuus inbrengen

Een perifeer infuus wordt ingebracht in een ader (vene) voor het toedienen van medicatie, vocht of bloed(producten). De toegediende vloeistof verspreidt zich via de perifere ader door heel het lichaam. Een perifeer infuus bestaat uit een perifere infuuscanule, een infuusslag, met daaraan gekoppeld een infuuszak met infuusvloeistof. Een perifere canule is over het algemeen gemakkelijk en snel in te brengen. Een perifeer infuus is geschikt voor kortdurende toediening van maximaal twee weken. Een midline katheter is een perifere canule die dieper in de ader wordt ingebracht, deze kan langer blijven zitten.

 

De infuuscanule ligt bij voorkeur in een ader in de onderarm. Wanneer het onmogelijk is om daar een vat aan te prikken, wordt een vat in de hand aangeprikt. De aderen van de hand zijn beweeglijker en daardoor is de kans op irritatie van de bloedvatwand, en daarmee flebitis, groter. Het fixeren van de canule op de hand is lastiger, en geeft meer hinder voor de cliënt. In acute gevallen, en als het niet anders kan, wordt een perifeer infuus soms op het onderbeen of voet aangelegd.

 

Indicaties

  • De toe te dienen vloeistof een niet of nauwelijks irriterende werking heeft op de bloedvatwand
  • De toediening naar verwachting kortdurend is (minder dan twee weken)
  • Er drie of meer perifere aders geschikt en beschikbaar zijn om aan te prikken

 

Contra-indicaties

  • Verlamd lichaamsdeel
  • Littekenweefsel
  • Hematoom
  • Lymfeklieren verwijderd
  • Trombose in de ledematen
  • Slechte aderen, minder dan 3 goed aan te prikken aderen

 

Complicaties

  • Hematoomvorming

Een hematoom kan ontstaan bij het inbrengen of verwijderen van het infuus. Voorkom het laatste door na het verwijderen van de canule drie minuten zonder onderbrekingen op de punctieplaats te drukken. Druk langer wanneer de cliënt antistollingsmiddelen gebruikt.

  • Infectie
    Micro-organismen kunnen vrij gemakkelijk via de binnen- of buitenkant van de canule in de bloedbaan terecht komen. Voorkom infecties en werk streng aseptisch bij alle handelingen waarbij de infuusslang geopend wordt.
  • Flebitis
    Dit is een ontsteking van de vaatwand met de volgende verschijnselen:
  • Roodheid/rode streep
  • Warmte
  • Zwelling
  • Pijn
  • Subcutaan lopen
    De infuuscanule ligt niet meer goed in het bloedvat (extravasatie). Een gedeelte van de infuusvloeistof komt in het onderhuidse bindweefsel terecht. De symptomen:
  • Vertraagde inloopsnelheid van het infuus
  • Huid rondom insteekplaats voelt koud en ziet bleek
  • Een zwelling is zichtbaar
  • Pijn, afhankelijk van het soort vloeistof kan deze zeer ernstig zijn

 

Welke soorten materialen zijn er en wanneer kies je voor welk materiaal?

Voor het toedienen van vocht, medicatie of bloed(producten) via perifere venen (aders) worden verschillende soorten infuusnaalden (canules) gebruikt flexibele kunststof canules, vleugelnaalden en midline katheters.

 

Flexibele kunststof canule

In de flexibele kunststof canule bevindt zich een holle metalen naald die met de punt ongeveer een millimeter buiten de canule uitsteekt. Met deze naald wordt de vene aangeprikt, waarna de flexibele canule in de vene wordt opgeschoven. De metalen naald wordt uit de canule verwijderd. De canule is gemaakt van polyurethaan, en is latexvrij. Ze is voorzien van een female luerlock uiteinde. Gebruik de flexibele kunststof canule voor continue intraveneuze infusie.

 

Kunststof canule

Er zijn kunststof canules met een automatische of passief veiligheidsmechanisme dat de kans op een prikaccident verkleint. Bijvoorbeeld kunststof canules waarbij zich op de punt van de opvoernaald, na verwijdering uit de cliënt, een cilindrische huls om de naaldpunt vormt. Bij andere infuuscanules met een veiligheidsmechaniscme klikt een beschermingsblokje vast op de opvoernaald, na verwijdering uit de cliënt.

 

Vleugelnaald

Een vleugelnaald wordt ook wel butterfly genoemd. Het is een roestvrijstalen naald, voorzien van een siliconenlaagje, met een zeer scherpe punt en een uiterste dunne naaldwand. De naald heeft flexibele vleugels, die dienen als handgreep bij het inbrengen en voor makkelijke fixatie van de naald. Aan deze naald zit een soepele, knikvrije slang van 19 tot 30 cm met een luerlock aansluiting. De verlengslang van 30 cm heeft een inhoud van 0,56 ml. Gebruik een vleugelnaald voor kortdurende intraveneuze toediening in een perifeer bloedvat, zoals een bolusinjectie of een korte continue veneuze behandeling (enkele uren).

 

Midline katheter

De flexibel kunststof (polyurethaan of silicone) katheter wordt over een holle naald opgeschoven tot de vena axillair. Het overgangspunt tussen de katheter en de aansluiting met de lumina (als er meerdere aansluitpunten zijn) of de infuusslang wordt de naaf (hub) genoemd. Deze wordt met een speciale pleister gefixeerd. Op de overgang tussen het inwendige en het uitwendige deel van de katheter zit een kunststof deel met vleugels om de katheter te fixeren. De midline katheter is in verschillende diktes en lengtes leverbaar.

 

Verpleegkundige aandachtspunten

Voor het inbrengen van de canule

  • Verwijder voor het aanprikken zo nodig overmatige haargroei. Dat belemmert het zicht op het aan te prikken bloedvat en het infuuspleister blijft daardoor minder goed zitten
  • Verwijder haar met een schone tondeuse of schaar. Scheren geeft kleine wondjes aan de hand, die kunnen gaan ontsteken
  • Vraag de cliënt ringen, armbanden en horloge af te doen, dit kan stuwingen veroorzaken
  • Zorgt dat de arm waarin geprikt wordt voldoende ondersteund wordt. Hiermee beperk je de kans op onverwachte bewegingen
  • Leg de stuwband ongeveer een handbreedte boven de aan te prikken plaats aan. Stuw niet te hard, de polsslag moet voelbaar blijven
  • Stuw niet te lang, het kan een onaangenaam gevoel geven. Geef de arm minimaal 2 minuten rust, voordat eventueel opnieuw gestuwd wordt

 

Tijdens het inbrengen van de canule

  • Gebruik de no touch-techniek: raak de aansluitpunten van de materialen niet aan met niet steriele handschoenen of niet steriele materialen
  • Raak de aanprikplaats na desinfecteren van de huid alleen aan met gedesinfecteerde (handschoen) vingertoppen
  • Sluit zo snel mogelijk de canule af met een (naaldloos) afsluitdopje en/of driewegkraantjes met/zonder verbindingslang en/of infuusslang
  • Behandel het infuussysteem als een gesloten systeem. Maak zo min mogelijk gebruik van kraantjes en neem geen bloed af via het toedieningssysteem. Handel bij het gebruik van een driewegkraantje zo zorgvuldig mogelijk om contaminatie met micro-organismen te voorkomen

 

Protocol

https://www.vilanskickprotocollen.nl/iDocument/Viewers/Frameworks/ViewDocument.aspx?DocumentID=63cc8dba-6c06-488b-ac64-093d4de44e32&NavigationHistoryID=4665255&PortalID=469&Query=perifeer%20infuus%20inbrengen&FromLogin=1&ScrollPositionID=5

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb