Venapunctie

Venapunctie
Bij een venapunctie prik je een ader aan met als doel om bloed af te nemen voor onderzoek. Bloedafnemen gebeurd bij voorkeur direct via een venapunctie. Bloed neem je bij voorkeur af met een gesloten systeem.

Plekken die geschikt zijn voor bloedafname zijn oppervlakkige aders van de elleboog, handrug, onderarm en ook de enkels. De elleboogplooi is het gemakkelijkst en geeft het minste pijn, deze is dus het meest geschikt voor bloedafname.

Voordat je een venapunctie gaat doen ga je de arm goed observeren op aders die geschikt zijn om aan te prikken. Je gebruikt een stuwband om het bloed in de aders te stuwen. Zo kun je de aders voelen en worden ze zichtbaar. Je gaat dan voelen, een ader die goed gevuld is voelt elastisch aan en is goed te onderscheiden. Je brengt de naald met een hoek van ongeveer 30 graden met de schuine kant van de punt naar boven ingebracht. Je prikt in de richting van het verloop van de ader. Als je zeker weet dat de naald in het bloedvat zit, wordt de stuwband losgemaakt, daarna neem je het bloed af. 

Indicaties
- Bloedafname voor onderzoek of voor bloedkweek.

Contra-indicaties
Je neemt geen bloed af in de arm:
- Aan de kant waar een borstamputatie is gedaan, vanwege infectierisico;
- Waar een infuus in ingebracht;
- Met een shunt;
- Vlakbij een geïnfecteerde plek;
- In ledematen waarin trombose is geconstateerd.

Ongeschikte plaatsen voor bloedafname zijn:
- Plaatsen met oedeem;
- Verlamde ledematen;
- Plaatsen die hard aanvoelen;
- Plaatsen die er rood of blauw uitzien;
- Te opereren gebied, of littekenweefsel;
- Ontstoken gebied;
- Gebied met wondjes of eczeem;
- In de buurt van grote bloedvaten;
- Bestraald gebied;
- Ledematen met een sterke reactie van het lichaam op letsel of operatie.

Risico’s
Een prikaccident is verbonden als risico bij het prikken.
Hieronder uitleg over wat je moet doen bij een prikaccident.
Er is een landelijke richtlijn over wat je moet doen bij een prikaccident.

Prikpunt is het landelijke 24-uurs meld- en adviespunt voor vaccinatiezorg voor prik-, snij-, bijt-, spat- of krabaccidenten op het werk. Als de organisatie waar je werkt is aagesloten bij PrikPunt, kun je voordelig gebruik maken van de eerste hulp bij prikaccidenten.

Wat is een prikaccident?
Een prikaccident is een verzamelnaam voor prik-, snij-, bijt-, spat- of krabongevallen, waarbij iemand in contact komt met bloed of lichaamsvloeistof van een ander. Besmetting is gevaarlijk voor de drager van ziektes, maar ook voor mensen die onder zorg vallen, zoals patiënten. Snel handelen is dus belangrijk.

Aan de hand van een protocol bepalen de deskundigen hoeveel risico je loopt op besmetting met ziektes. Als er behandeling nodig is, dan sturen ze je door naar de spoedeisende hulp met een behandelingsadvies, of ze komen langs van PrikPunt voor een eerste acute edische interventie, zoals hepatitis B vaccinatie of een bloedafname.

Complicaties
Voor de handeling venapunctie prikken zijn ook complicaties. De volgende complicaties kunnen voorkomen:
- De ader wordt niet voldoende zichtbaar of is niet te voelen à laat dan de cliënt meerdere malen een vuist sluiten en openen, vraag de cliënt vanuit een liggende positie de arm naar beneden te laten hangen.

- De ader voelt hard aan. Waaarschijnlijk is de conditie van de ader niet optimaal à zoek een andere geschikte ader.

- De ader rolt weg à fixeer de ader door huid met duim en wijsvinger goed strak te houden.

- Er stroomt helderrood pulserend bloed in de buis of spuit, er is waarschijnlijk een slagader aangeprikt à verwijder de naald, druk d punctieplaats af en leg een drukverband aan. Overleg met de arts.

- Er ontstaat een zwelling. De naald heeft de ader doorboord à maak de stuwband direct los en trek de naald voorzichtig uit de ader.

- De naald ligt naast de ader à voel met je hand hoe de naald ligt ten opzichte van de ader. Corigeer de ligging van de naald of prik opnieuw met een nieuwe naald. Beweeg de naald in iedergeval niet van links naar echts als de naald in de cliënt zit. Dan snij je in het onderhuidse bindweefsel.

- Er komt geen bloed in de eerste buis, het bloedvat is niet goed aangeprikt à trek de buis zover terug dat de onderdruk behouden blijft. Probeer het bloedvat alsnog goed aan te prikken. ‘Zoek’niet te lang, dit kan weefselschade veroorzaken.

- Er ontstaat een bloeduitstorting à Maak de stuwband los en stop de behandling. Druk de puntieplaats af.

Welke soorten materialen zijn er en wanneer kies je voor welk materiaal
Je hebt open en gesloten systemen voor bloedafname. Bij voorkeur kies je een gesloten vacuümsysteem. Met dit systeem kunen meerdere buisjes bloed op een veilige en hygiënische manier worden afgenomen. De vacuüm werking komt tot stand door de onderdruk die zich in de bloedbuizen bestaat.

Er zijn ook een aantal aandachtspunten als het gaat om de bloedbuizen:
- Neem een andere buis wanneer het vacuüm uit de buis is.
- Ga na wat de afspraken zijn voor de volgorde van de afname van de bloedbuizen voor het bloedonderzoek.
- De benodigde hoeveelheid bloed voor onderzoek bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen.

Voor bloedafname worden verschillende typen buizen gebruikt omdat daar vaak van te voren al toevoegingen worden ingestopt. Voor verschillende testen zijn soms verschillende toevoegingen vereist. Daarom hangt de hoeveelheid buizen af van de combinatie van testen die is aangevraagd.

Buiten het lichaam stolt het bloed snel en is de kans groot dat er daardoor bij bepaalde screeniingen verstoppingen ontstaan of klontering optreedt waardoor cellen bijvoorbeeld niet meer geteld kunnen worden. Om dit te voorkomen, stoppen ze al stollingsremmers in de buizen. Dee stollingsremmer is voor celtelling het meest geschikt, maar levert bij chemisch onderzoek storing op, waardoor de uitslag onjuiste afwijkingen laten zien. Daarom moet er voor deze chemische onderzoeken andere stollingsremmers worden gebruikt.

Het komt ook vaak voor dat er onderzoek van de bloedstolling zelf nodig is, dan wordt het nog wat ingewikkelder, want dan moet de remming van de stolling weer ongedaan gemaakt kunnen worden op het moment dat de bepaling van de stolactiviteit wordt uitgevoerd; hierbij geldt dus ook, er is weer een andere stollingsremmer nodig in de buis.

Voor een snel en handig gebruik van de buizen hebben deze allemaal een andere kleur dop:

- Citraat à Deze buis wordt gebruikt voor onderzoek naar de bloedstolling. Citraat vangt calcium weg wat nodig is voor de bloedstolling. Door citraat in de buis te doen

- Serum à Deze buis wordt o.a. gebruikt voor testen op antistoffen en andere eiwitten. Bij deze testen storen alle middelen die gebruikt worden om bloed onstolbaar te maken. Deze heb je in verschillende aantallen van ml.

- Heparine à Deze buis wordt gebruikt voor allerlei testen zoals
                        cholesterol, CRP, hormonen etc. Deze buizen verschillen ook in ml

- EDTA à Deze buis wordt gebruikt om verschillende cellen die in het bloed
                  voorkmen. Door EDTA in de buis doen wordt de bloedstolling
                  geremd zodat het bloed niet stolt in de buis. EDTA zorgt
                  er echter voor dat bloedcellen niet beschadigen.

- Natirumfluoride à Deze buis wordt gebruikt om het bloed langer te
                                       kunnen  bewaren voor een glucosetest. Bloedcellen
                                       verbruiken glucose om te overleven, dat gebeurt ook als
                                       het bloed buiten het lichaam in de bloedaf namebuis zit.


Verpleegkundige aandachtspunten
Je moet met verschillende punten rekening houden als je een venapunctie gaat prikken, namelijk:
- Prik niet in een arm waar een infuus zit. Als er echt geen andere oplossing is, zorg er dan voor dat de toediening wordt gestopt.
- Maak een een goede en zorgvuldige afweging als je een tweede keer gaat prikken wanneer de eerste keer niet lukt. Doe niet meer als twee pogingen.
- Zorg dat de arm waarin geprikt wordt ondersteund wordt. Hiermee verklein je de kans op onverwachte bewegingen.
- Leg de stuwband ongeveer een handbreedte boven de aan te prikken plaats aan. Stuw niet te hard.
- Stuw niet te lang, dit is onaangenaam. Geeg de arm minimaal twee minuten rust, voordat er opnieuw gestuwd wordt.
- De keuze voor de maat van de naald is afhankelijk van de dikte van het vat en de hoeveelheid bloed die wordt afgenomen.
- Desinfecteer de huid bij bloedafname voor kweek en bij cliënten met en verminderde weerstand.
- Druk bij cliënten met stollingsstoornissen of bij cliënt die antistollingsmedicijnen gebruiken, de punctieplaats ten minste 5 minuten af nadat de naald is verwijderd. Je kunt ook een drukverband aanleggen.

Protocol
https://www.vilanskickprotocollen.nl/iDocument/Viewers/Frameworks/ViewDocument.aspx?DocumentID=4ddc033c-41e6-4b68-8b3b-bb48b9d54784&NavigationHistoryID=4675546&PortalID=469&Query=venapunctie